De zon schijnt uitbundig in Wassenaar. Wij zijn op weg naar Voorlinden om – net voordat hij weer verdwijnt – Michaël Borremans te gaan bezoeken. We zijn nieuwsgierig naar 20 jaar werk van deze Belg die ‘de grootste levende figuratieve kunstschilder’ werd genoemd door The New York Times. Het is moeilijk uit te leggen, maar zijn werk is onmiskenbaar Belgisch. Technisch volmaakt, een tijdloos genie met een vleugje humor, dubbelzinnigheid en – we citeren de brochure – een beetje uncanny.

Michaël Borremans (1963, Geraardsbergen, België) studeerde fotografie, tekenen en etsen aan de Sint-Lucas Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. Hij werkte daarna een aantal jaren als tekenaar en leraar. Pas toen hij eind vorige eeuw – de dertig inmiddels gepasseerd – begon met schilderen, kreeg hij steeds meer bekendheid. Na zijn deelname aan de Manifesta 5 in 2004 nam zijn carrière een vlucht en de ene na de andere buitenlandse tentoonstelling volgde. De New York Times noemde hem niet voor niets ‘de grootste levende figuratieve kunstschilder’.

Borremans leerde zichzelf schilderen door de kunst af te kijken van overleden meesters zoals Manet, Velázquez en Degas, mannen die hij bewondert om hun technisch virtuoze penseelstreken. Lyrisch kan hij in interviews vertellen hoe zij hun penseel hanteerden.

Meteen in de eerste zaal is zijn eigen sublieme techniek te zien, zoals in dit schilderij van een slapend kindje. Al zit er misschien ook een randje aan en is het ook wat luguber. Ook dat is Borremans, dubbelzinnigheid en vervreemding vormen zijn handelsmerk. In volgende schilderijen van kinderen wordt dat duidelijker. Zonverbrande peutertjes – bijna cherubijntjes – lijken onbezorgd te spelen. Of zitten ze onder het bloed?

Bij nadere inspectie blijkt het niet om een kinderspelletje te gaan. Waar zijn deze kinderen eigenlijk, en wat pakt dat kindje aan de linkerkant van de grond? Mysterieus, misschien gewelddadig en bloederig – deze onschuldige kinderen spelen een gruwelijk spel, het spel van de condition humaine.

Deze Girl Eating stelt ook niet gerust want ze eet niet gewoon, ze eet haar eigen hand op.

Veel van de 50 schilderijen die we zien zijn portretten, soms dieren, bloemen of onbegrijpelijke machines. En natuurlijk is er zijn serie schilderijen van satijnen kegels. Borremans als portretschilder; hij portretteert niet een al dan niet beroemd en rijk individu. Maar de mensen, en zelfs de kegels, staan voor iets algemeners, voor de situatie waarin de mens beland is.

De serie met de kegels ontstond toen hij de satijnen stoffen in zijn atelier zag die bedoeld waren om kostuums van te maken, vertelt hij in een interview. De stoffen waren op deze kegels opgerold. Zo ontstond een serie schilderijen waarin de kegels zich ontwikkelden tot ‘portretten’. Eentje verwijst zelfs naar een portret van paus Innocentius X, een werk van zijn leermeester Diego Velázquez (ca.1650). De wijze waarop Borremans de satijnen stof schildert doet overigens beslist niet onder voor de schilderwijze van Velázquez.

Dringt het beeld van een paus zich al snel op als je dit schilderij ziet, bij sommige andere ‘kegelportretten’ dringen zich andere beelden op. De schilder noemt dit Large Rocket, maar er zijn vast meer bezoekers die direct aan de Ku Klux Klan denken bij dit portret. Het gezicht is helemaal met stof bedekt. Daardoor gaat er iets dreigends, maar ook iets komisch vanuit.

Zelfs met een uitdrukkingsloos gezicht is het komisch, onhandig.

Waren de portretten ingepakt in dikke beschermende stoffen wat bevreemdend, sommige andere portretten zijn op hun eigen manier nog vervreemdender. Zoals deze porseleinen aap.

Ergens heb ik opgepikt dat dit apenhoofd een zelfportret zou zijn. Maar ik hoor een medebezoeker mompelen dat het sprekend op president Poetin lijkt (let op de ogen).

En wat te denken van The Driver, die een nylonkous over zijn hoofd en een verband rond zijn hoofd? Is het ongeluk al gebeurd, of gaat het gebeuren omdat hij niets ziet?
Soms komt er ook een vleugje Magritte voorbij, zoals bij een gezicht dat zelfs helemaal niet te zien is.

In deze zaal (7) vol portretten kijken de geschilderde personen ons niet aan, ze leven in een andere, anonieme eigen wereld, ver weg. Welke wereld, dat weten we niet, want een achtergrond ontbreekt meestal bij Borremans.
‘Borremans vereeuwigt momenten waarop niemand kijkt,’ lezen we in de brochure.
Ook niet naar de jongen in zijn cowboypak.

Het is geen cowboy spelend kind, deze ondoorgrondelijk kijkende jongen. Stoer en mannelijk is hij ook niet, eerder tenger en aarzelend. Zal hij het talent bezitten de strijd met de condition humaine aan te gaan?
Of moeten we ons daarvoor wenden tot The Acrobat?

Ergens moet toch die confrontatie ‘at the Zoo‘ zijn…
Of zijn wij slechts pionnen, kegels in een spel waarvan we de spelregels niet kennen?
Meer over de kunstenaar en zijn manier van werken in deze video:
Voorlinden
Michael Borremans – A Confrontation at the Zoo t/m 23 maart 2025
Buurtweg 90, Wassenaar
https://www.voorlinden.nl/tentoonstelling/michael-borremans/
