In de herfst van 2022 ging het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen (KMSKA) weer open na een verbouwing van elf jaar. ‘Het schoonste museum’ noemt de VRT deze schatkamer met zeven eeuwen kunst. In de nieuwe opstelling krijgen Belgische helden zoals Rubens, Van Eyck, Memling en Brueghel meer ruimte om te strijden wie ’s lands grootste was.
De entree van het museum uit 1810 imponeert nog altijd met de statige brede trappen en de schitterende beschilderde wanden en plafonds.
Met veel moeite scheuren we ons los van de wel heel fotogenieke hal.
De tijd dat musea schilderijen chronologisch ophingen lijkt ook hier in Antwerpen voorbij. De kunstwerken hangen en staan per thema bij elkaar, landschappen bij landschappen, stillevens bij… enzovoort. De wanden zijn mooi stemmig geschilderd in zachte groene, rode en paarse tinten, vanuit de bovenlicht valt zacht licht naar binnen.
Serieus?
Dit is een grapje, vertelt een autochtoon ons…
Venus en de kleine Amor hebben het koud, want zonder Ceres en Bacchus is er geen warmte, geen liefde, vertelt Rubens ons hier.
Tussen de 16e en 17e eeuwse meesters komen we soms opeens een veel modernere schilder tegen, zoals Dali of Dumas, zomaar tussen de gevallen of musicerende engelen van Floris of Memling.
Hans Memling schilderde zijn meesterwerk met de musicerende engelen als onderdeel van een Spaans altaarstuk, waarschijnlijk in de late jaren 1480. Het altaarstuk bestaat niet meer, de drieluik kwam in 1895 in handen van het KMSKA.
Maar liefst zestien jaar zijn de restaurateurs bezig geweest met het minutieus restaureren van dit topstuk van het museum: Christus en de musicerende engelen. Volgens kenners een prachtvoorbeeld van 15e eeuwse paneelschilderkunst. En volgens het museum geïnspireerd op ‘het lam gods’, dat de gebroeders Van Eyck een halve eeuw eerder schilderden.
Al weer zo’n eigentijds intermezzo. Eerlijk gezegd ontgaat de thematische aansluiting ons een beetje, maar de paar moderne kunstwerken geven wel wat lucht in de heersende overdaad van engelen en goud.
Een rondje Ensor
Voordat we bezwijken aan een majeure kunstoverdosis snellen we naar de benedenverdieping, waar het museum eer bewijst aan de godenzoon uit Oostende: James Ensor. Hier beneden hangen de kunstwerken van na 1880 in een hagelwit nieuw deel van het museum. Want moderne kunst hoort in de bekende ‘witte doos’.
Ensor schilderde de daken van Oostenende met dreigende onweerswolken gezien vanuit zijn atelier. Prachtig is ook dit groot formaat schilderij van een – voor die tijd – vreemd onbelangrijk onderwerp: een oestereetster in plaats van een notabel. Volgens sommigen is dit het eerste impressionistische schilderij in de Belgische schilderkunst.
We kennen Ensor natuurlijk ook van zijn hallucinerende werken, waarin grijnzende kleurige carnavalsmaskers of geraamtes de dienst uitmaken in een bizarre koortsdroom.
Als Fremdkörper tussen de Ensors ook hier een modern kunstwerk dat – helemaal in stijl – een beetje eng is, ook al zegt het beestje heel zachtjes gedag tegen de bezoekers.
De overdosis is nu compleet, het wordt tijd om de indrukwekkende inkom (Vlaams voor de hal) weer op te zoeken want de winkelstraten en de patisserieën van Antwerpen lonken. Wel wat vreemd: het gebouw is enorm, de zalen en trappen majestueus, de muren immens hoog. Wie heeft er nou bij de verbouwing dat rare moderne wenteltrapje bedacht om de bezoekers in dichte drommen naar binnen èn naar buiten te leiden?
KMSKA Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
Leopold de Waelplaats 1, 2000 Antwerpen
https://kmska.be/nl/welkom-terug