Vier generaties Britse markiezen en één onwettige zoon verzamelden met hartstocht kunst: Rembrandt, Titiaan, Frans Hals, Rubens, Velazquez, Watteau, het kon niet op. Na de dood van de laatste telg werd het een museum: The Wallace Collection, gevestigd in hun voorname Londense Hertford House, onder de rook van Selfridge’s. Een prachtige en beslist overdadige nalatenschap van één van de rijkste Engelse families.
Manchester Square staat in volle bloei als we naar de Wallace Collection gaan in Hertford House. Het huis staat aan een schilderachtig Londens pleintje, een afgesloten privé-parkje in het midden is alleen bestemd voor bewoners met sleutel. Zo eentje uit de film Notting Hill. Een clubje dat er wel in mag doet een soort lunch workout op het grasveldje, waarschijnlijk met personal trainer en gehuld in trendy sportkleding. Links en rechts staan nonchalant Porsches geparkeerd. Op een balkon staat een Aristoteles Onassis lookalike – vast een beroemde financier – druk te telefoneren. Om pijlsnel naar binnen te verdwijnen als hij onze iPhone-telefoon in de aanslag ontdekt. Ook nu nog is het een van de duurste wijken van de stad.
Hertford House
De entree van het 18e eeuwse Hertford House zet direct de toon: een brede en statige marmeren trap domineert de hal. Links, waar nu de museumwinkel is, woonde vroeger de huishoudster. Ten tijde van Sir Richard Wallace en zijn vrouw was dat Jane Buckley, zij bestuurde van hieruit de staf van dertig diensters, keukenmeisjes, koks, kameniers, lakeien, koetsiers, stallenjongens en de butler.
Het is een enorm huis, met op de begane grond behalve de hal en de huishoudsterskamer ook: de statige Front State Room en Back State Room, de ontbijtzaal, de eetzaal, de biljartkamer en de rookkamer. En destijds nog aangevuld een uitgebreid stallencomplex dat nu is omgebouwd tot een indrukwekkende Armoury, de wapenkamers.
Gasten van Sir Richard Wallace en zijn vrouw kwamen als eerste binnen in de roodgouden Front State Room, de kamer die zo veel mogelijk is ingericht als vroeger, toen hij ook al vol portretten hing. Hier en in de Back State Room onderhielden zij hun talrijke gasten. Totdat ze naar de eetzaal gingen. Na het eten was het tijd voor de mannen om zich terug te trekken in de oriëntaals ingerichte rookkamer voor een goede sigaar.
Kunst voert nu de boventoon in het huis, alle muren, nissen, gangen en zuilen hangen vol met de meest kostbare kunstwerken, zoals het schilderij Titus van Rembrandt, de lachende cavalier van Frans Hals en nog honderden andere meesterwerken uit heel Europa.
De familie verzamelde trouwens niet alleen schilderijen, ook andere schatten, van snuifdozen en wapentuig tot beelden en porselein, hadden hun warme belangstelling.
Richard Wallace (1818-1890)
Wie was de man die ons al dit moois naliet? Richard Wallace werd geboren als Richard Jackson en was de onwettige zoon van Agnes Jackson en Richard Seymour-Conway, 4emarkies van Hertford (1800-1870).
Over zijn kinderjaren is weinig bekend, we weten alleen dat zijn grootmoeder, de 3emarkiezin, hem in huis nam toen hij zes jaar oud was. Zijn vader, de 4emarkies, heeft Richard nooit erkend als zoon, maar toen de markies kinderloos stief in 1870 liet hij zijn onwettige zoon wel zijn kunstcollectie en huizen en kastelen in Parijs en Ierland na. De titel van markies en Hertford House in Londen gingen over op een verre neef. Van die neef kocht Richard het voorouderlijk huis Hertford House terug, het begin van de Wallace Collection.
‘Een monster als vader’
Richard trad gelukkig niet in de voetsporen van zijn vader, de 4emarkies. Paps was nooit getrouwd en woonde meestal in Parijs, waar hij vol overtuiging de beest uithing. De Franse schrijver Edmond de Goncourt karakteriseerde hem als ‘a complete, absolute, unashamed monster’ van wie ook deze fraaie oneliner afkomstig schijnt te zijn: ‘when I die I shall at least have the consolation of knowing that I have never rendered anyone a service.’
Zoon Richard was uit ander hout gesneden. Ook hij verbleef vaak in Parijs en toen de stad in 1870 belegerd werd door Pruisische troepen, spendeerde hij miljoenen om gewonde soldaten te helpen. Hiervoor kreeg hij het Légion d’honneur én de titel van baronet, zodat hij sindsdien Sir Richard Wallace heette. In 1871 verhuisde Richard Wallace vanuit Parijs naar Hertford House in Londen om zich daar aan zijn geërfde kunstverzameling te wijden die zou uitgroeien tot The Wallace Collection.
De collectie
De Wallace Collection in Hertford House telt zo’n 5500 kunstwerken, het resultaat van de verzamelwoede van generaties Britse aristocraten en hun onwettige nakomeling. Richards weduwe Lady Wallace liet alles na aan de Britse staat in 1897.Ze hadden na de dood van hun enige kind zelf geen directe erfgenamen.
Sinds 1900 is Hertford House een museum. Een korte digitale rondleiding door de directeur:
Met hoofden die tollen van een overdaad aan gouden ornamenten, vergulde krullen en met damast behangen wanden stampvol topkunst verlaten we Hertford House, op weg naar de gewone wereld, buiten.
The Wallace Collection, Hertford House,
Manchester Square, London
Toegang gratis; www.wallacecollection.org