Oranjehotel, bajes zonder gajes

Het Oranjehotel, de bijnaam die de Scheveningse gevangenis tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg, kent iedereen. Maar we ontdekten pas kort geleden dat deze beruchte plek sinds 2019 een museum is ter nagedachtenis aan alles wat daar gebeurd is. Een fun-dagje-uit is het niet, wel een even vlijmscherpe als mooi vormgegeven herinnering.

De overgebleven delen van het Oranjehotel zijn opgeknapt, de rijen met celdeuren oranje geverfd, een kleur dit destijds natuurlijk ondenkbaar was geweest. Het zal er grauw geweest zijn.

de barak nu, in het oranje
een van de weinige foto’s van de barakken in vroeger tijden

Alleen dodencel 601 is in de oude staat gelaten, zo zag dat er vroeger uit.

compilatie van de vele notities die in de celmuren gekerfd werden

In de museumzalen wordt de geschiedenis nauwgezet uit de doeken gedaan, met portretten van oorlogshelden, Hitler en Churchill tot en met Wilhelmina en alle redenen waarom je gearresteerd kon worden in een land waar steeds meer verboden werd. Ergens half onder de plankenvloer staat zelfs een verboden radio.

Priester Titus Brandsma
Radio Oranje

Gevangene Henri Pieck (tweelingbroer van Anton Pieck) maakte tekeningen van de gevangenisstaf.

Dan komen we bij het poortje waardoor de terdoodveroordeelden werden weggevoerd om te worden gefusilleerd. In de introductiefilm vertelt een overlevende dat uit veel cellen het Wilhelmus klonk tijdens die dodenloop, een laatste groet van hun kameraden.

Bij de uitgang naar het poortje hangt het gedicht van gevangene Jan Campert.

Een cel is maar twee meter lang
en nauw twee meter breed,
wel kleiner nog is het stuk grond
dat ik nu nog niet weet,
maar waar ik naamloos rusten zal,
mijn makkers bovendien,
wij waren achttien in getal,
geen zal den avond zien.

O lieflijkheid van lucht en land,
van Hollands vrije kust –
ééns door den vijand overmand,
vond ik geen uur meer rust;
wat kan een man oprecht en trouw,
nog doen in zulk een tijd?
Hij kust zijn kind, hij kust zijn vrouw
en strijdt den ijdelen strijd.

Ik wist de taak die ik begon
een taak van moeiten zwaar,
maar ’t hart dat het niet laten kon
schuwt nimmer het gevaar;
het weet hoe eenmaal in dit land
de vrijheid werd geëerd,
voordat een vloekb’re schennershand
het anders heeft begeerd,

voordat die eeden breekt en bralt
het misselijk stuk bestond
en Hollands landen binnenvalt
en brandschat zijnen grond,
voordat die aanspraak maakt op eer
en zulk germaansch gerief,
een land dwong onder zijn beheer
en plunderde als een dief.

De rattenvanger van Berlijn
pijpt nu zijn melodie;
zoo waar als ik straks dood zal zijn,
de liefste niet meer zie
en niet meer breken zal het brood
noch slapen mag met haar –
verwerp al wat hij biedt of bood
die sluwe vogelaar.

Gedenkt, die deze woorden leest,
mijn makkers in den nood
en die hen nastaan ’t allermeest
in hunnen rampspoed groot,
zooals ook wij hebben gedacht
aan eigen land en volk,
er komt een dag na elke nacht,
voorbij trekt ied’re wolk.

Ik zie hoe ’t eerste morgenlicht
door ’t hooge venster draalt –
mijn God, maak mij het sterven licht,
en zoo ik heb gefaald
gelijk een elk wel falen kan,
schenk mij dan Uw genâ,
opdat ik heenga als een man
als ik voor de loopen sta.

Jan Campert, Het lied der achttien dooden

Vanuit het museum kijken we op het braakliggende veld dat vroeger ook vol stond met gevangenisbarakken. Op het raam zijn de nummers van de verdwenen cellen gemarkeerd.
In de verte zien we de toren van de United Nations Detention Unit, de gevangenis waar oorlogsmisdadigers zoals Slobodan Milosevic terecht komen.

Als we buiten komen is het grijs. En koud, net als in het museum. We vroegen nog aan de medewerkers of de temperatuur expres zo laag was binnen. Om zeker te weten dat echt iedereen de koude rillingen zou krijgen. Maar dat was niet het geval, gewoon een technische storing. Maar het werkte wel, zeker als je je een gevangene op een winterdag voorstelde, in een koude cel met dunne dekentjes.

Nationaal Museum Oranjehotel
Van Alkemadelaan 1258, Den Haag
NB: de ingang en gratis parkeerterrein zijn te vinden op de hoek Stevinstraat – Van Alkemadelaan
www.oranjehotel.org

Berichten gemaakt 191

4 gedachten over “Oranjehotel, bajes zonder gajes

  1. Een heel bijzonder funda-daguitje.
    Ken jij mensen uit jouw familie die daar hebben gezeten
    Indrukwekkende foto”s

  2. Dat braakliggende veld, daar was de vrouwenafdeling. Ik heb het gezien door het raam (met de celnummers), en vond het een treurig veld, alsof er niets wil groeien.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven