Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond er al snel een gebrek aan kledingstof. Vrouwen gebruiken van alles om kleding te maken: van jutezakken tot de parachutes van gedropte geallieerde soldaten. Door het stoffentekort werden de rokken korter. En vrouwen gingen zelfs broeken dragen. Dit tot grote schrik van weekblad Libelle.
Gebrek aan stoffen
Net als voedsel ging ook kleding op de bon. Alleen als je genoeg punten had, kon je een van de schaarse jongensbroeken, wollen truien of pyama’s bemachtigen voor jezelf of je gezin.
Creatief met stof
Werkelijk alles werd gebruikt om kleding van te maken, jutezakken, oude herenkostuums, kurk, meelzakken of gebreid hondenhaar, je kon het zo gek niet bedenken. Heel populair was de nieuwe stof nylon, van de parachutes van gedropte Geallieerden. Als je daar toch eens de hand op kon leggen voor een trouw- of communiejurk!
Wat het nog moeilijker maakte: gezinnen moesten verplicht mannenkleding afstaan voor de Duitse troepen. Wie niets inleverde, kon rekenen op een huiszoeking door de Weermacht.
Kortere rokken en vrouwen in broeken
Om stof te besparen dragen vrouwen kortere rokken met minder plooien. Ook jurken gemaakt van twee verschillende stoffen raken in de mode.
Kousen worden zelfs zeer schaars, waardoor vrouwen voor het eerst lange broeken gaan dragen. Libelle schrijft hierover in 1942: “Wij zijn van mening dat deze dracht absoluut ongeschikt is voor winkeluitstapjes in de stad en zeer zeker misplaatst in een restaurant.”
Een andere, zomerse oplossing voor het gebrek aan kousen: een kousennaad op je benen tekenen!
Naast de verhalen over het dagelijks oorlogsbesognes, ontdekken we hier ook de oorlogsgeschiedenis van modehuizen als Hirsch en Cie en Gerzon, die door Jodenvervolging ten onder gaan. En van C&A, dat geld schenkt aan nationaalsocialistische hulporganisaties en dat uniformen maakt voor de Duitse luchtmacht.
Was hergebruik tijdens de oorlog een keiharde noodzaak, vandaag de dag is hergebruik om andere redenen populair. Ook aandacht dus voor hedendaags hergebruik door modeontwerpers.
Permanente verzetscollectie
We werpen nog een snelle blik op de rest van het museum, waar jonge vrouwen de bevrijding vieren en de Amsterdamse verzetsheld Gerrit-Jan van der Veen een prominente plaats heeft. Een groter museum dan we dachten, de permanente collectie gaan we een andere keer eens uitgebreid bekijken.
En dan is het tijd voor koffie bij De Plantage naast Artis.
Verzetsmuseum – Mode op de bon (t/m 6 september 2020)
Plantage Kerklaan 61, Amsterdam (tegenover Artis).