Het lijkt een paradijs, de kleurrijke, vrolijke wereld van Gé-Karel van der Sterren. Totdat je wat preciezer kijkt naar al die schitterende bloemen en vogels. Want zijn schilderijen hebben altijd een randje. Ruim twintig jaar geleden zag ik zijn werk voor het eerst, bij een vernissage in de Amsterdamse Jordaan. Nu hangt hij in het Singer Museum, nog kleurrijker, nog groter en nog uitgesprokener. Speciaal voor deze tentoonstelling maakte hij het zes meter brede ‘Laren aan zee’. Een kunstenaarsdorp na de zondvloed.
Van de eerste kennismaking herinner ik me onder andere diverse taartenschilderijen waarbij het water je in de mond liep. Ze hadden zo in een Disneyfilm kunnen figureren en ik wilde er best eentje in mijn keuken hebben! Hoewel, helemaal lekker gaat het eigenlijk toch niet met alle taarten.
De meeste doeken die we vandaag in de Blokker-galerij van het Singer Museum zien, zijn groot tot enorm groot, zoals bijvoorbeeld deze weelderige bloemenpracht. De lichte versus de donkere kanten van het leven.
Gé-Karel van der Sterren (Stadskanaal 1969), de jonge, veelbelovende schilder van destijds, heeft intussen diverse prijzen voor zijn werk in de wacht gesleept, waaronder de Prix de Rome en de Koninklijke prijs voor de Vrije Schilderkunst, en hij exposeerde regelmatig in het buitenland . ‘Ik ga elke dag fluitend naar mijn werk,’ zegt hij in een interview.
Een bijbelse voorstelling? Nee, hooguit voor voetballiefhebber. Dit is Willem, de scheidsrechter, die een beslissing moet nemen: fluiten of niet fluiten.
Bij sommige doeken kan iedereen zich moeiteloos zijn eigen ergste nachtmerrie voor de geest toveren.
Bij het schijnbaar paradijselijke l’Heure bleue wordt de stemming nog grimmiger. Dit is het blauwe uur, het uur na zonsondergang als de lucht en de omgeving blauw worden. Een onderdeel van de schemering, mooi, maar dreigend tegelijk.
De verf is heel dik opgebracht op dit doek en de fladderende kolibries in het blauwe uur drinken geen schoon water maar verf. Ze vervuilen zichzelf, net als wij. En dan is opeens 2040 in Laren.
De Larense heide waar Anton Mauve de schaapherders met hun kuddes schilderde, zijn onder water gelopen. Waarschijnlijk is de zeespiegel gestegen, of is er misschien weer een dam opgeblazen? Hoe dan ook, het leven gaat door en de mens past zich morrend aan, tussen plastic flessen en dreigende wolken.
De karakteristieke Larense kerk uit 1521 staat er nog, mijn Larense gastvrouw herkent hem direct. Maar de rest van het dorp is onherstelbaar beschadigd.
Zoals vaak bij Van der Sterren is ook dit 6 meter brede schilderij een beeldverhaal waarin je steeds weer nieuwe dingen ontdekt, zoals de spelende kinderen aan het ‘strand’, de selfie-maker, de palmbomen, de bouwvakker met het visnet…
Het maken van dit enorme doek moet een monsterklus geweest zijn. Al heeft Van der Sterren ervaring, want hij maakte al eens Oopsie Daisy, een schilderij van 14 meter breed. Kijk hier hoe hij dat doet zonder de grip op het geheel kwijt te raken in zijn atelier in Amsterdam-Oost.
En dan is het tijd voor koffie natuurlijk. Dat kan binnen, in het voormalige huis van de oprichters William en Anna Singer, of in de tuin van Piet Oudolf. Moeilijke keuze.
Singer Laren
Gé-Karel van der Sterren – Laren aan zee t/m 15 oktober 2023
Oude Drift 1, Laren
https://www.singerlaren.nl/nl
Prachtig Froukje, mooi beschreven en nu wil ik er helemaal snel naar toe!