Glas, eierschalen, spiegels, porselein, allemaal fragiele materialen waarmee kunstenaars de breekbaarheid van onze wereld – of hun eigen kwetsbaarheid – verbeelden. Humoristische keramiek, kritische politieke vragen of gebruiksvoorwerpen ‘op de rand van de rede’: we weten gewoon niet waar we het eerst moeten kijken. Ondanks de serieuze ondertoon is het een feest bij het CODA Museum in Apeldoorn. Ook geschikt voor wat oudere kinderen (die niet meer overal aan zitten).

Bij breekbare materialen denken we al snel aan glas, maar hier experimenteren de makers met veel meer materialen.

Denk eens aan de schalen van eieren: kleine, of juist heel grote zoals van dit struisvogelei.

Uitgangspunt van de kunstwerken is vaak dat onze wereld kwetsbaar is, net als de klei waarvan deze oorlogsvloot gemaakt is. Als de spanningen oplopen, kun je dan de oorlog winnen met deze zachtaardige en rommelige vloot? Of is dat niet de bedoeling?

En hoe sterk of hoe kwetsbaar is de ontheemde in een wereld vol geweld en veranderende machtsrelaties?

Susanne Khalil Yusef (1984) is de dochter van Palestijnse vluchtelingen en woont in Duitsland. Haar werk lijkt vrolijker dan het is, met die kleurrijke keramische hoofden, het glazen wapentuig en de Palestijnse motieven. Wij willen leven zeggen de roze Arabische neonletters.

Hoe zeker ben je nog van je bestaan in deze tent als de eerste herfststorm op til is ?

Naast de tent hangt het werk van keramist Koos Buster (1991), die eigen kwetsbaarheid verbeeldt in zijn serie ‘Borden van bijna alles wat ik niet leuk vind‘. Dat kunnen grote thema’s zoals wapenhandel of boerenprotesten zijn, maar ook persoonlijke, herkenbare ergernissen over de belastingdienst, Ikea of André Rieu. Allemaal gevat in Delfts blauw met goud.

Bij andere kunstenaars blijkt ook de kunst zelf kwetsbaar, zoals bij de glazen kubus van Sarah van Sonsbeeck (1976). Die was bedoeld als vierkante meter stilte voor de bezoeker die in de kubus ging zitten. Een plaats voor fysieke en mentale ruimte en stilte.

Totdat vandalen bruut de stilte verbraken en het glas ingooiden. Sarah van Sonsbeeck besloot het kunstwerk zo te laten, zich afvragend wie nu de maker van dit werk is: zijzelf of de vandalen?
In dit kwetsbare gezelschap voelen ook de beroemde Groove Bottles van Hella Jongerius zich enorm thuis.

Bij deze serie Groove Bottles probeerde Hella Jongerius eind vorige eeuw porselein en glas in één fles te verenigen. Maar de twee scheikundig verschillende materialen konden niet samensmelten. Daarom plakte Jongerius ze met verpakkingstape (bedrukt met ‘breekbaar’) aan elkaar.

Het is maar een kleine stap van breekbare objecten naar de objecten in de tentoonstelling Gone Astray. Daar gaat het om gebruiksvoorwerpen en sieraden die op een bijzondere manier bewerkt of vervormd worden. En wat zijn ze dan nog?

Zeker, ze zijn kleurrijk, geestig en soms vervreemdend.
Is dit bijvoorbeeld nog steeds een halssieraad?

En dit een bruikbaar strijkijzer?

Wat moeten we met dit object, dat zijn leven begon als koekenpan?

Nee, nuttig is het allemaal niet meer, maar daarom des te mooier.

Als het niet zo’n regenachtige museumdag was geweest, waren we in de glooiende tuin neergestreken om alles te laten bezinken.

Gelukkig kon dat ook in een binnenshuiscafé. En in de niet te versmaden museumwinkel, waar we weer eens niet financieel ongeschonden uit kwamen.

CODA Apeldoorn
Breekbaar t/m 2 februari 2025
Gone Astray t/m 22 September 2024
Vosselmanstraat 299, Apeldoorn