Wat had Rembrandt met theater, hoe regisseerde hij de verhalen op zijn doek? Dat gaan we zien in de tentoonstelling ‘Regie: Rembrandt’ in zijn eigen Rembrandthuis. Curator Leonore van Sloten en Frans Blom, neerlandicus aan de UvA, nemen ons in een lezing mee naar de schouwburg en de parallellen tussen theater en schilderkunst in die tijd. Voor de couleur locale dwalen we daarna door het gerestaureerde huis van de schilder, een ervaring die nooit verveelt.
We zijn in een van de weinige 17e eeuwse panden in deze buurt dat nog in volle glorie bestaat. Er gaan verhalen dat Rembrandt op deze destijds overdekte binnenplaats de Nachtwacht geschilderd heeft, maar zeker is dat niet.
De gele deur op de binnenplaats is de deur van de keuken, daar komen we later beslist nog terug. Nu eerst naar de bovenste etage voor de lezing van Leonore van Sloten en Frans Blom over Rembrandt en theater.
In Rembrandts tijd bouwde Van Campen de eerste stenen schouwburg in Amsterdam. Tot die tijd moest men het doen met straattheater en rederijkerskamers. Vanaf de openingsvoorstelling (Vondels Gijsbrecht van Aemstel) op 3 januari 1638 kon men voortaan twee keer per week naar het theater, om 4 uur ’s middag. Dat was een groot succes, zowel voor de theaterwereld als qua inkomsten van de voorstellingen die naar het Burgerweeshuis en het Oudemannenhuis gingen.
Ook Rembrandt bezocht het theater regelmatig. Waarschijnlijk zag hij het stuk ‘Jozef in Egypte’ en dat inspireerde hem tot het schilderij ‘De vrouw van Potifar beschuldigt Jozef’. Potifars vrouw probeert Jozef te verleiden en als dat niet lukt, beschuldigt ze hem van aanranding. Hier vertelt ze haar leugenachtige verhaal aan Potifar. Links de verblufte Jozef, die in het bijbelverhaal niet bij deze scene aanwezig was. Maar anders dan op het toneel, kan een schilder slechts één moment weergeven. Dus om het verhaal goed duidelijk te maken, heeft regisseur Rembrandt hier Jozef toegevoegd. Potifars vrouw werd gespeeld door de beroemde actrice Ariana Nozeman, de eerste vrouwelijke beroepstoneelspeler.
Tot de komst van Ariana speelden mannen meestal de vrouwenrollen. Zelfs Rembrandt kan dat er niet echt overtuigend laten uitzien, zien we hierboven.
De mannelijke sterspeler van die tijd was Willem Ruyter, de Pierre Bokma van de 17e eeuw. Rembrandt maakte afbeeldingen van hem in verschillende rollen, hier speelt Ruyter een boer. Meestal is hij te herkennen aan de bolle wangen die Rembrandt hier en face nog eens extra laat zien.
Toneel inspireerde Rembrandt op verschillende manieren, horen we tijdens de lezing. Niet alleen fraaie theatrale kostumering vond zijn weg naar het doek, ook andere facetten van de toneelwereld zette hij als regisseur van zijn schilderijen in. Net als op het toneel, moet ook op een schilderij de emotie duidelijk zichtbaar zijn. Rembrandt oefende daarom met zelfportretten en verschillende gemoedstoestanden.
Om het verhaal op het doek te vertellen, zijn ook belichting, groepering van personen en de keuze van het juiste moment, de beslissende wending (peripetie) belangrijk. Een mooi voorbeeld van peripetie is de ets ‘de opwekking van Lazarus’. Hier werpt Rembrandt een hemels licht op het moment suprème als Jezus de overleden Lazarus weer tot leven wekt.
De badende Suzanna heeft hier haar eigen peripetie, het moment waarop ze ons opgeschrikt aankijkt, omdat ze beslopen wordt door twee mannen (wij kunnen maar één man ontdekken in het struikgewas rechts maar dan nog).
Groepering van personen: hoe en waar zet je de personages neer? De schilder van de Nachtwacht, het ultieme groepsportret van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh, liet niets aan het toeval over zien we hier. Hij regisseerde de groepen zorgvuldig, al leek het losjes en toevallig.
Het einde van de tentoonstelling betekent geen afscheid van Rembrandt. Het is tijd om het zorgvuldig gerestaureerde huis voor de zoveelste keer te bezoeken. Rembrandt moest dit huis in 1656 verlaten wegens faillissement. Zijn aanzienlijke succes als schilder verloor het van het forse gat in zijn hand. Maar hij maakte zo veel schetsen van het interieur dat reconstructie van het oorspronkelijke interieur vele eeuwen later goed mogelijk was.
Vooral sinds de tv-serie Rembrandt en ik is dit huis een magische plek waarvan ik denk te weten wat er allemaal gebeurde, bijna alsof ik erbij was. Bijvoorbeeld in de woonkamer van Rembrandt en Saskia, tevens de slaapkamer, want slaapkamers had men toen niet. Hier in deze bedstede beviel Saskia van zoon Titus. Het werd ook haar ziekbed waar zij niet veel later haar laatste adem uitblies.
Door naar de keuken met de gele deur naar de binnenplaats. Hier moet je je wel thuisvoelen. Witjes op de muren, prachtige gele balken, en fornuis en haard die voor de broodnodige warmte zorgden in de winter. De keuken was vroeger vaak het kloppend hart van het huis: daar zat je warm, daar was te eten en kon je bijpraten.
De meid sliep in een bedstede in de keuken, zij moest vroeg op om het ontbijt (haring, roggebrood!) te verzorgen. Het schijnt dat Rembrandt in deze keuken zijn laatste ruzie met zijn Geertje Dircx had, verzorgster van zoon Titus en minnares van Rembrandt. Na die ruzie liet hij haar opsluiten in het spinhuis. Het was nu de beurt aan Hendrikje Stoffels, met wie hij dochter Cornelia kreeg.
Rembrandt woonde beslist op stand in dit huis waarvan hij de hypotheek nooit afloste. Zijn groeiende verzameling beelden, opgezette dieren en prenten en andere schulden leidden in 1656 tot zijn faillissement en zijn vertrek naar een huis aan de Rozengracht.
Rembrandthuis
Regie: Rembrandt – tot 26 mei 2024
Jodenbreestraat 4, Amsterdam
#rembrandthuis
Meer over het Rembrandthuis en alle andere Amsterdamse huismusea is te lezen in mijn boek ‘Huismusea van Amsterdam’.
Trailer van de serie Rembrandt en ik