Zijn bijnaam was ‘John the Magnificent’, en dat is te zien in zijn landhuis. John Barry-Smith liet zijn jachthuis in Zuid-Ierland verbouwen tot een statig landhuis in Regency-stijl. Grandeur en huiselijke gezelligheid strijden om voorrang in het gerestaureerde Fota House, waar wij ons zonder enige moeite onderdompelen in 19e eeuwse Downton Abbey-sferen, met butler en al.
De hal van Fota House, waar we onze rondleiding beginnen. is op zijn zachtst gezegd indrukwekkend. En dat is niet toevallig, want dat was de uitdrukkelijke wens van eigenaar John Barry-Smith: bezoekers moesten meteen begrijpen hoe belangrijk hij in de Ierse high society was. Al zijn de pilaren niet van echt marmer.
Dit is John Barry-Smith (1793-1837) in zijn jonge jaren, oftewel John The Magnificent, de man die het huis zo veel extra allure gaf.
De van oorsprong Engelse John Barry-Smith erfde Fota House als jachthuis van zijn vader en besloot er te gaan wonen. Rond 1825 gaf hij architecten Richard en William Morrison opdracht het huis fors uit te breiden en te upgraden. Dat leverde dit stijlvolle landhuis op. Al konden wij dat niet zien, want het was in restauratiedoeken gehuld.
Vanzelfsprekend moest het huis over een balzaal en eetzaal beschikken om de gebruikelijke feesten en jachtpartijen tot hun recht te laten komen.
Een eetzaal vol voorouders, zoals het hoort. ‘Om 7 uur ging de gentry zich kleden voor het diner, een langdurige zaak met vier of vijf gangen, waaronder meestal wild van het eigen landgoed,’ vertelde kamermeisje Patty later. ‘Iedereen kleedde zich feestelijk aan, het was geweldig om die glamour te zien.’
Met de fijnste serviezen, zoals het blauw met gouden Limoges waarmee de tafel gedekt is. Of het elegante porselein hieronder, waarvan we niet weten wat het is, want we durfden het niet op te tillen.
De diners werden gekookt op de benedenetage in de grote keuken, het kloppend hart van het huis waar het altijd warm was.
Het is zelfs zonder het keukenpersoneel al gezellig in deze grote keuken waar de late zonnestralen binnenvallen. Maar nog net iets mooier vonden we de aangrenzende wildkamer. Daar hangt het wild te besterven en wordt het klaargemaakt voor gebruik.
Op gewone dagen, zonder partijenen, troffen de familieleden elkaar in deze eenvoudige woonkamer.
Tot slot neemt de gids ons mee door een lange gang naar de vleugel waar het personeel woonde en de kinderen verbleven.
De kinderkamers zijn nog ingericht alsof de drie dochters van Dorothy Barry-Smith er woonden, met speciaal kinderbehang en wiegjes voor de jongste twee.
Als de kinderen niet sliepen, waren ze te vinden in de kinderkamer, waar ze les kregen. Totdat ze zeven jaar waren, want de jongens vertrokken op die leeftijd naar kostschool. Meisjes kregen een opleiding in het runnen van een landgoed en het personeel dat daarbij hoorde. De kinderen brachten in feite veel meer tijd door met hun nannies in de kinderkamer dan met hun ouders.
In deze vleugel vinden we ook de kamers van het personeel, zoals het vertrek van butler George Russell die de familie Barry-Smith jarenlang trouw diende.
Patty Butler was de laatste overlevende van de vroegere staf toen zij in 2022 overleed op 98-jarige leeftijd. Ze werkte er ruim dertig jaar, onder andere als kamermeisje en later als kok.
Een paar jaar eerder haalde Patty nog goede herinneringen op in een plaatselijke krant. ‘Als ik huishoudelijk werk deed, droeg ik een blauwe jurk met een groot wit schort. Ik maakt de studeerkamer van de majoor schoon en stofzuigde en zo.Voor 8 uur in de morgen moest ook de kamer van de huishoudster schoon zijn. Ik had het allemaal snel onder de knie en het werk verveelde nooit.’
De laatste nazaat die Fota House bewoonde was the Hon. Dorothy Elizabeth Bell (née Barry-Smith 1894-1975). Zij bestierde het landgoed samen met haar man Major William Bertram Bell.
De geest van Dorothy voel je nog in Fota House. De gidsen praten met veel warmte over haar praten, alsof ze gisteren hier in Dorothy’s werkkamer nog samen overlegden hoe ze de bezoekers zouden ontvangen.
Na Dorothy’s dood in 1975 verkocht haar dochter Rosemary het landgoed en het grootste deel van de familie keerde definitief terug naar Engeland waar de familie van John The Magnificent ooit vandaan kwam.
De bediening is niet meer helemaal wat het ooit was, helaas was wegens restauratie de koffiebar gesloten.
Gelukkig hadden we de tuin in lentetooi nog, die minstens zo vakkundig gerestaureerd is als ’the big house’. Dankzij het microklimaat hier bloeit en groeit de tuin, het arboretum en de ‘Victorian working garden’.
Fota House, Arboretum & Gardens,
Fota Island, Carrigtwohill, Co. Cork, Ireland
(fotahouse.com)