We kennen hem van zijn wereldberoemde masker-schilderijen: James Ensor, de Belgische schilder met de Engelse naam. Wie was de man achter het masker, die zijn hele leven in Oostende bleef wonen? Zijn laatste 32 jaar woonde hij in het huis dat hij erfde van zijn tante, boven de voormalige souvenirwinkel. De winkel vol maskers en het bovenhuis zijn nu museum ‘Het James Ensorhuis‘, waar we op zoek gaan naar het mysterie James.
James Ensor (1860-1949) werd in Oostende geboren als zoon van een Engelse vader en een Belgische moeder. Vader Ensor was ingenieur, moeder runde samen met haar zus een winkel in souvenirs en carnavalsartikelen en ze verhuurde kamers aan toeristen. Toen James een baby was, vertrok zijn vader naar Amerika om fortuin te maken, maar hij keerde berooid terug en raakte aan de drank. De schande en uitsluiting die dit voor het gezin betekende, zou James altijd met zich meenemen.
In 1877 vertrekt James als 17-jarige naar Brussel om aan de kunstacademie te studeren. Maar net als op school, was hij ook hier een ’tuchteloze leerling’ die veel problemen met de leraren had. Zonder diploma keerde hij na drie jaar teleurgesteld terug, om weer bij zijn ouders in Oostende te gaan wonen.
Onder de hanenbalken van zijn ouderlijk huis, in zijn kleine atelier op zolder, kon hij ontsnappen aan zijn bazige moeder (volgens Wikipedia). Hier beleefde hij zijn meest creatieve periode en hij bleef hier wonen tot 1917.
De schilderijen in het Ensorhuis zijn (heel goede) reproducties, zoals deze van het beroemde schilderij de Oestereetster uit 1882; het origineel hangt in het Museum van de Schone Kunsten in Antwerpen. De ‘Intocht van Christus in Brussel’ is minstens even beroemd, ook omdat het erg veel stof deed opwaaien. Het hangt nu in het Getty Museum in L.A.
Hier schilderde James een deinende, dronken carnavalsmenigte, met in het midden Christus op een ezeltje. Hij had immers nog een appeltje te schillen met de burgerij. Is dit hoe hij zijn medeburgers zag? Toen hij in 1917 verhuisde naar wat nu huismuseum het Ensorhuis is, hing hij dit enorme doek in zijn woonkamer, boven zijn harmonium (afmetingen 2,58 meter hoog en 4,31 meter lang).
Creatief als hij was, had James toch moeite om zijn werk geaccepteerd te krijgen bij de officiële Salon in Brussel. Na de zoveelste weigering voor een tentoonstelling, richtte hij met een aantal anderen Les Vingts op, een groep van 20 vernieuwende schilders. Toch hadden ook zij soms moeite met zijn werk, bijvoorbeeld met het fameuze intocht-schilderij. Pas vanaf ongeveer 1868 keerde het tij en vond hij steeds meer erkenning.
Oostende was echt zijn stad. James verliet de badplaats alleen voor langere tijd om te gaan studeren in Brussel.
In de hal van het museum hangt een moderne versie van Ensors strandgezicht van de hand van de Belgische fotograaf Athos Burez.
In 1917 erfde James het huis van zijn oom en tante, het stond tegenover zijn ouderlijk huis (dat helaas is afgebroken). Tante Mimi had, samen met de moeder van James, een souvenirwinkel waar ze ook carnavalsmaskers verkochten. James sloot de winkel, maar liet alles onaangeroerd staan. De entree tot het Ensorhuis gaat dus door de hal en de winkel met prachtige carnavalsmaskers, schelpwerken en andere souvenirs.
Hier vinden we natuurlijk ook de prachtige maar angstaanjagende maskers die mede voor de wereldfaam van James Ensor zorgden.
Achter de winkel gaat een trap naar het woonhuis op de bovenetage. Daar woonde James ruim dertig jaar, vanaf 1917 tot aan zijn dood in 1949. Zijn privéleven schermde hij zo veel mogelijk af, verborgen achter zijn eigen masker. We weten dat hij in het huis van zijn tante tientallen jaren woonde samen met zijn trouwe huisknecht August Van Yper.
Hij is nooit getrouwd, naar verluid omdat zijn moeder zijn levenslange vriendin Augusta Boogaerts niet goed genoeg vond. Hij wordt vaak afgeschilderd als verstokte vrijgezel en vrouwenhater. Al had hij een aantal ‘sirenes’ die hij vaak als model gebruikte, zoals zijn jongere zus Mitche en de bewonderaarsters Emma Lambotte en Mariette Rousseau, met wie hij een platonische relatie had. Verder weten we dat hij een groot muziekliefhebber was en ook zelf componeerde.
In het museum vinden we diverse decors en kostuumtekeningen die hij voor de uitvoeringen natuurlijk zelf ontwierp en tekende. Luister hier even naar zijn ‘La Gamme d’Amour’.
Intussen zijn we op de woonetage aangeland, daar zijn de eetkamer en de salon, uiteraard vol met maskers, skeletachtige types en andere groteske figuren die aan tafel zitten alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.
Ook van de Oestereetster hangt er een prachtige kopie.
Merry Christmas from Oostende, met de beste wensen van baron James Ensor.
In 2024 is het 75 jaar geleden dat James Ensor overleed. Het Ensorjaar brengt een eerbetoon aan de Belgische grootmeester – vernieuwer, gamechanger, inspirator en …complexe persoonlijkheid. In december 2023 start het Ensorjaar in zijn geboortestad Oostende met een breed stadsfestival dat het ware gelaat van ‘de man achter de maskers’ laat zien. In september 2024 neemt Antwerpen, de stad met de grootste Ensorcollectie ter wereld, de fakkel over met vier ontzagwekkende expo’s. Zie voor het programma: https://www.ensor2024.be/nl/splash
Het James Ensorhuis
Vlaanderenstraat 29, Oostende
https://www.ensorhuis.be/nl