Op een schemerige decemberdag stapten we binnen bij Huis Bartolotti. Terug naar de tijd dat de donkere dagen met kaarsen verlicht werden in dit bijzondere grachtenhuis met Italiaans elan. Een stadspaleis vol beschilderde plafonds, goudbehang, mahoniehouten lambriseringen en marmer, nagelaten door de vele bewoners. Alles is zorgvuldig gerestaureerd om het verhaal te vertellen van extreem rijke kooplui en walvisreders dat ruim 400 jaar geleden begon, hier aan de Herengracht.
In de ontvangstsalon wijdde de gids ons in in de geschiedenis van het zwierige grachtenpand temidden van prachtige 18e eeuwse wandschilderingen en een schitterende schouw met marmeren reliëf. De schaarse verlichting herinnerde aan vervlogen tijden, toen de bewoners alleen kaarsen en olielampen hadden. Al komt dat licht nu uit goudkleurige designlampen die merkwaardig goed in het interieur passen.
Terwijl de gids uitlegde hoe het huidige Huis Bartolotti een unieke mengelmoes van stijlen werd – 17e eeuwse bouw met Renaissance en Rococo-elementen en andere aanvullingen uit de 18e en 19e eeuw – keken we uit op de Herengracht. Een ander beeld dan de vroegere bewoners zagen, maar het sluit nog altijd naadloos aan op de wandschilderingen.
Guillelmo Bartolotti (1560-1634)
Dit is Guillelmo Bartolotti, de man die het huis rond 1618 liet bouwen in de bocht van de net gegraven Herengracht. Guillermo ziet er eerder Hollands dan Italiaans uit, en dat klopt ook wel. Totdat hij een enorme erfenis van zijn Italiaanse oom kreeg, heette hij gewoon Willem van den Heuvel.
Willems oom, de rijke Italiaanse edelman Guillelmo Battista Bartolotti stierf kinderloos. In zijn testament bepaalde hij dat neef Willem van den Heuvel de erfenis alleen mocht ontvangen als hij de naam Bartolotti zou aannemen. Aldus geschiedde. Toch teerde de nieuwbakken Guillelmo Bartolotti van den Heuvel niet alleen op de erfenis van zijn oom. Zelf verdiende hij ook een immens vermogen als bierbrouwer, bankier en handelaar in graan, huiden, wapentuig en meer. Zijn zoon bouwde dit imperium verder uit. Maar bij zijn kleinzoon stopte het verhaal. Werken was echt niet meer nodig.
De oorspronkelijke meubels uit de tijd van de Bartolotti’s zijn er niet meer. Wat nog rest zijn portretten van de kleinzoon en zijn vrouw, de derde en laatste generatie Bartolotti’s die hier woonde. Toen zij gingen rentenieren verkochten ze het huis in 1735. Nu hangen ze hier in de vrij donkere herenkamer die 19e eeuws is ingericht. Ooit was de kamer veel groter en diende hij als ontvangstzaal waar de eerste Guillelmo gekroonde hoofden ontving en andere belangrijke contacten onderhield. Het 19e eeuwse goudbehang is een eerbetoon aan het oorspronkelijke goudleerbehang uit de 17e eeuw.
Aan de achterkant van de herenkamer zijn ramen, hier hield het oorspronkelijke Bartolottihuis op. Het achterhuis is later aangebouwd. Dus op naar het achterhuis door de 31 meter lange gang vol marmer en fraai engelenstucwerk.
Een volgende bewoner was koopman, walvisreder, assuradeur en burgemeester Jan van Tarelink (1723–1791). Hij kocht het huis in 1752 en liet een groot achterhuis bouwen. Te beginnen met de tuinkamer, vol als pareltjes als de witmarmeren waterfontein en de schuifdeuren naar de zijkamer (die waren toen hypermodern).
De tuinkamer kijkt uit op de tuin in 18e eeuwse stijl.
Van Tarelink was rijk geworden als assuradeur, maar in de gesloten Amsterdamse stadselite was hij een nieuwkomer. Hier in deze werkhoek bestierde hij zijn imperium en lukte het hem met veel moeite om het burgemeestersambt te veroveren. Na gedane arbeid ging het bureau schuil achter een mahoniehouten deur. De tuinkamer werd waarschijnlijk ook gebruikt voor grote diners.
Als nieuwkomer en burgemeester moest Van Tarelink zijn positie in de Amsterdamse elite waarmaken met grootse ontvangsten, die zijn status konden onderstrepen. Op de eerste etage liet hij daarom een grootse ontvangstzaal bouwen met uitzicht op de tuin, geheel volgens de 18e eeuwse mode.
Het moet heerlijk dansen geweest zijn op de glanzende vloer in deze een metershoge zaal vol stucwerk, kostbare materialen en ook nog eens onder een schitterend beschilderd plafond.
Naast de ontvangstzaal gaat een volgende trap naar boven. Maar de marmeren lambrisering (links) houdt hier op, naast de rechter trap zitten gewone witjes op de muur. Dat geeft aan dat deze trap niet voor de gasten was, maar voor het personeel dat boven sliep.
Het is even een overgang als we de trap opklimmen naar kamers en bedstedes van het personeel. Terwijl we nog aan het bijkomen zijn van de mededeling dat Jan van Tarelink uiteindelijk toch failliet ging in 1781, tegelijk met een aantal andere walvisreders. De walvisvangst was een gevaarlijke onderneming.
Waarschijnlijk werkten er hier 6 tot 10 inwonende knechten en kamermeisjes in de hoogtijdagen van dit huis. Ze woonden op de bovenetage.
Het einde van de rondleiding kwam in zicht met als laatste stop het kloppend hart van het huis: de oude keuken beneden. Die was helemaal zoals we ons dat hadden voorgesteld, met een enorme haard waar eten werd gekookt, een grote tafel voor het personeel en kasten voor de serviezen.
Zoals vaker bij museumhuizen van Vereniging Hendrick de Keyser, werden we aan de keukentafel opgewacht met koffie, thee en lekkers, zodat we ons even keukenprinses kunnen voelen.
Museumhuis Bartolotti
Herengracht 170, Amsterdam
https://www.hendrickdekeyser.nl/museumbezoek/huis-bartolotti-Amsterdam
Meer bijzondere huismusea in Amsterdam? Ik het het allemaal opgeschreven in Huismusea van Amsterdam / Visiting Historic Houses (tweetalige editie; Uitgeverij Waanders).
Valentijn Carbo, architectuurhistoricus van Vereniging Hendrick de Keyser, geeft een uitgebreide rondleiding (44 min., Youtube) met nog meer pareltjes en details.
Prachtige beschrijving. Heel interessant. Ga het graag een keer bekijken.