De Delftse grachten baden in zonlicht als we naar het huis van schilder Paul Tétar van Elven lopen. Binnenin het huis aan de Koornmarkt is het licht gedempt. Zo hoorde dat in de 19e eeuw. En voor de vele schilderijen en etsen van Pauls hand, de tapijten, de beschilderde plafonds en de overgebleven huisraad is het ook beter. Dit was de leefwereld van Paul Tétar van Elven, de kunstschilder die ondanks veel gewonnen prijzen nooit echt doorbrak.
We zijn uitgenodigd voor een persoonlijke rondleiding door vrijwilliger Peter Willems, specialist op het gebied van de families Tétar van Elven en Van Hosson (Pauls ouders). Hij neemt ons mee naar de salon – gedempt licht en gezellig overvol. Hier vallen het zelfportret van Paul en de portretten van zijn eerste vrouw Louise en zijn moeder op. Net als de plafonds die Paul liet beschilderen door Abraham Gips. Overal zijn namen van oude meesters die Paul bewonderde (Raphaël, Michelangelo, Rembrandt) op het plafond geschilderd. Paul kocht dit huis aan de deftige Koornmarkt in 1864 op een veiling voor 5375 gulden.
Paul Tétar van Elven (1823-1896, geboren in Antwerpen) wilde van jongs af aan kunstenaar worden. Hij begon de graveursopleiding aan de Koninklijke Academie in Amsterdam, maar stapte over naar de Haagse Academie voor Schone Kunsten. Hij ging werken als schilder en als tekenleraar aan het Teeken-Instituut in Den Haag en trouwde in 1853 met Louise Schmidt. Na dit huwelijk benoemde Thorbecke hem in 1854 tot leraar handtekenen aan de Koninklijke Academie in Delft (voorloper TU), een goede vaste betrekking voor de kostwinner.
Als Paul en Louise niet op reis waren – ze reisden veel – dineerden ze in deze rijk gedecoreerde eetkamer, al dan niet met gasten. Hier hangen nog meer schilderijen van Paul, die opgeleid werd in de tijd van het neo-classicisme dat hoogtij vierde in het nog gammele kunstonderwijs in Nederland. Paul was als schilder van vele markten thuis, vooral van voorstellingen uit de Nederlandse geschiedenis. Historieschilders waren in de mode in heel Europa, terugblikken op glorietijden van het vaderland. Zoals dit schilderij in de eetkamer, waarop Johan de Witt in 1654 de Acte van Seclusie tekent.
Of deze gravure van het wederdoperoproer.
Maar hij schilderde ook portretten van zijn eigen familie, of in opdracht van derden.
Gids Peter neemt ons mee naar de ‘grote saal’, achterin het huis. Deze hele zaal komt oorspronkelijk uit Huis De Swaen aan de Wijnhaven, en werd in de vorige eeuw naar de Koornmarkt gebracht om bewaard te blijven. Deze zogenaamde paarse kamer dient nu voor exposities. De gestoken ornamenten – rijkelijk van bladgoud voorzien – het stucplafond en de wandbespanning van katoen (bedrukt met Lodewijk XV-motief) zien eruit als nieuw.
Op de eerste etage had Paul zijn atelier, met mooi licht dat hier vanaf de gracht binnenviel.
In het atelier worden Pauls schattige kleine schetsboekjes zorgvuldig onder glas bewaard. Daarin tekende hij zijn ingevingen op en hij nam ze mee op lange reizen naar het buitenland, als hij beroemde meesters ging kopiëren in het Louvre en andere musea.
Paul kopieerde vaak schilderijen van beroemde schilders, zoals van zijn favoriet Raphael. Voor de inspiratie en de oefening, zeker, maar ook voor de verkoop aan kunstliefhebbers die zich geen origineel konden veroorloven. Daarbij moest hij er wel zorgen dat de kopie andere afmetingen kreeg als het origineel en dat de originele signatuur er niet op stond. Dat waren de regels van deze side business.
Naast het atelier is een bibliotheek waar de meesten alleen maar van kunnen dromen. Niet alleen van de boeken, maar ook van het behang.
Via een heftig krakende, maar rondom fraai betegelde trap klimmen we naar de zolderverdieping.
Op zolder zijn delen van de porseleinverzameling opgeslagen en slingeren hier en daar schilderijen en lijsten nonchalant tussen de minikanonnen.
Hier vinden we dus de laatste resten van het schildersleven van ‘een zacht en vriendelijk man met een aangeboren bonhommie (…met …) de weemoedige glimlach van de romantische minnezanger temidden van de stroeve formule-gezichten van de wiskundige professoren’ aldus een leerling van Paul. Hij doelde daarmee op Pauls positie als kunstenaar ’tussen boterhandel en mechanica’ in de Delftse hogere kringen.
Pauls twee huwelijken bleven kinderloos, hij bepaalde bij testament dat het huis waar hij 30 jaar woonde een museum moest worden.
Museum Paul Tetar van Elven
Koornmarkt 67, Delft
geopend dinsdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00 uur.
https://www.museumpaultetarvanelven.nl
Wat een meeslepende beschrijving van deze bijzondere schilder, zijn leven, ontwikkeling, woning!
Hartelijke dank 💐
Prachtig mueumhuis.
Ik kende het niet, maar nu wel van je foto”s.
Dank hiervoor!