Op een opvallende rots even buiten Chatillon, een uurtje noordelijk van Turijn in het Aostadal, staat een al even opvallend landhuis. Castello Gamba (1903) oogt bars maar ook intrigerend, een mengsel van fort en neogotisch kasteel. Binnen verliezen we ons in schitterende zalen met werken uit de collectie moderne en hedendaagse kunst die de Italiaanse autonome regio Valle d’Aosta vanaf 1948 heeft opgebouwd.
Droomhuis
In 1895 trouwt baron Carlo Maurizio Gamba, uit een illustere Turijnse familie van wetenschappers en kunstenaars, met hertogin Angélique Passerin d’Entrèves, uit een van de oudste aristocratische linéages van het Aostadal.
Bij een droomhuwelijk hoort een droomhuis. Angélique, opgegroeid in het kasteel van Châtillon, wil graag langere perioden dicht bij haar familie doorbrengen. In 1903 laat Carlo Maurizio de Turijnse ingenieur Carlo Saroldi net buiten de stad, anderhalve kilometer van haar ouderlijk huis, een royaal natuurstenen kasteel bouwen.
Castello Gamba wordt van de modernste gemakken voorzien (zoals de eerste elektrische lift in de regio), rijk gedecoreerd, fraai betimmerd en omringd door een park met riante uitzichten over het Aostadal.
Op de tweede verdieping is nog een oorspronkelijke schouw met het familiewapen: Virtute ad Sidera – door kracht naar de sterren. De wapenspreuk brengt het jonge stel geen geluk. In 1909 overlijdt Angélique op 37-jarige leeftijd, nadat eerder hun enige kind, Irene, is gestorven.
Carlo Maurizio overlijdt in 1928, zonder directe erfgenamen. Het kasteel gaat over naar de familie Passerin d’Entrèves, die het in 1982 verkoopt aan de regionale regering van het Aostadal. De renovatie en verbouwing tot museum nemen twee jaar in beslag.
Museum
De collectie van Castello Gamba omvat 1500 werken op het gebied van schilderkunst, beeldhouwkunst, grafiek en fotografie, van eind 19e tot eind 20e eeuw. In dertien zalen, verdeeld over twee verdiepingen, worden zo’n 150 werken tentoongesteld. De route voert van laat-romantische landschapsschilderijen via steeds abstracter werk, popart en transavantgarde naar neoconceptuele experimenten.
Partizanen en fascisten
In de twintigste eeuw weten steeds meer kunstenaars, niet alleen uit Turijn maar uit heel Italië, Frankrijk, Zwitserland en zelfs Brazilië, het Aostadal te vinden. Meer zo als er na de tweede wereldoorlog grote, toonaangevende tentoonstellingen worden gehouden om regionale kunstenaars en de Italiaanse kunst opnieuw op de kaart te zetten.
Tijdens de oorlog vochten hier de partizanen tegen het fascisme van Mussolini en het nazisme van de Duitse bezetters. De executie van partizanen is een wrange uitbeelding van hun strijd.
Anno nu vinden we de bijna manshoge Ercole (Hercules) hieronder even slikken. Het is een model voor een monument voor de invasie van Italië in Ethiopië (Abessinië) in 1935. Hercules, de personificatie van het fascistische regime, staat op de afgehakte poten van de Leeuw van Juda, het embleem van Abessinië. Misschien hangt Renato Guttoso’s Distruzione di Sodoma (1969) er niet toevallig achter?
Beeldhouwer Arturo Martini was in de jaren ’20 van de vorige eeuw lid van kunstbeweging Novecento. De groep streefde nationalistische kunst na, anti avant-garde, teruggrijpend op de vroegere bloei van de Italiaanse schilderkunst. De beweging werd ingekapseld door Benito Musolini en Martini gold als de semi-officiële beeldhouwer van het fascistische regime. In 1945 nam hij daar verbitterd afstand van; hij vond dat zijn kunst was gecorrumpeerd.
Losbreken
Na 1945 breekt de Italiaanse kunst met grote veelzijdigheid los uit het dwangbuis van het fascisme. Kenners die zich daarin willen vastbijten, vinden in Castello Gamba stof te over. De collectie-opbouw van de autonome regio Aostadal is een gedetailleerd academisch project. Bijna teveel voor ons; als éénmalige vakantiebezoekers zwerven we genietend en losjes associërend langs abstractie, ironie, spel en experimenten.
Is dit het Aostadal, of toch niet? Een werk van de lokale kunstenaar Flavien Casale plaatst onze lange ritten in een vervreemdend perspectief.
Zuidoostelijk van Châtillon staat Castello di Ussel al sinds de 14e eeuw hoog op een rots, onneembaar, en in zichzelf gekeerd. Francesco Casorati verbindt het kasteel met de omgeving door een terugkerend element in zijn werk: vogels.
Suggestie en experiment
Bij ‘Contrabasso’ van de Turijnse kunstenares Barbara Tutino kunnen we de bas horen. De kunst van het weglaten: hoeveel meer dan een schets heb je nodig?
In een collage van verschillende materialen en kleuren verbeeldt kunstenares Chicco Margaroli uit Aosta medelijden met de vegetatie.
Ze sluit hiermee aan bij de groep neoconceptualisten die fascinatie voor de natuur – van kwetsbaarheid tot (vernietigende) kracht – uitwerkt in experimenten met materialen, kleuren en beeldmanipulatie. In de collectie van Castello Gamba vertegenwoordigen lokale kunstenaars deze internationale beweging. Het verbaast ons niet – ze hoeven maar uit het raam te kijken!
CASTELLO GAMBA – ARTE MODERNE E CONTEMPORANEA VALLE D’AOSTA
Località Crêt-de-Breil
11024 Châtillon
https://www.castellogamba.vda.it
Kastelenvakantie?
Het Aostadal wordt ook wel ‘de vallei van de honderd kastelen’ genoemd. De strategische ligging tussen de Alpen en de Povlakte trok in de loop van de eeuwen ridders, kasteelheren en grootgrondbezitters aan die er hun macht en inkomsten zeker stelden door tolheffingen. Ze bouwden forten als kastelen, kastelen als forten en uiteindelijk kastelen als residenties. Er zijn zo’n acht kastelen open voor publiek.
Zelf gaan kijken? Klik hier voor voorpret: https://www.lovevda.it/en/culture/castles