Je moet het bijna verscholen Atelier Brancusi wel weten te vinden, verscholen als het ligt in de schaduw van het immense Centre Pompidou in Parijs. Maar binnen gaat er een bijzondere wereld open in een herbouwd atelier vol herinneringen aan de Parijse jaren van beeldhouwer Constantin Brancusi.
Constantin Brancusi (1876-1957) kwam als arme boerenzoon ter wereld in Roemenië. Zijn vader stierf toen Constantin 9 was. Geld voor school was er niet en hij ging werken. Op zijn elfde jaar koos hij voor een zwerversbestaan, hier en daar klusjes uitvoerend, onder meer als tonnenmaker. Op zijn 18e ging hij naar een ambachtsschool, gesponsord door een industrieel die onder de indruk was van zijn houtbewerkingstalent. Later voegde hij daar twee jaar kunstacademie in Boekarest aan toe.
In 1903 trok Brancusi, grotendeels lopend, naar Parijs, het mekka voor kunstenaars. Hij werkte korte tijd voor Rodin die toen al wereldberoemd was. Maar na twee maanden besloot hij zijn eigen weg te gaan met zijn eigen revolutionaire stijl. Parijs werd zijn stad, hij had er tussen 1904 en 1957 diverse ateliers. Zijn laatste atelier met inhoud liet hij na aan de Franse staat, op voorwaarde dat alles zou blijven zoals het was bij zijn dood.
Het Atelier Brancusi van nu is een kopie van Brancusi’s laatste atelier. Architect Renzo Piano maakte er in 1977 een exacte reconstructie van naast het Centre Pompidou. Het is er nogal vol met 137 beeldhouwwerken (vaak van fors formaat) met 87 bijbehorende sokkels, die bij Brancusi een intergraal onderdeel van het werk vormen, en diverse tekeningen en foto’s.
Het atelier is een kunstwerk op zichzelf, Brancusi schikte en herschikte zijn werken voortdurend, steeds op zoek naar de beste ruimtelijke verhoudingen. Hij maakte soms zelfs gipsen imitaties van beelden die hij had verkocht, zodat de eenheid van de beeldengroepen behouden bleef.
Net als Gustvav Klimt werd ook Brancusi beroemd door zijn kus. De eerste versie van dit werk staat op het graf van een jonge vrouw die zelfmoord pleegde uit liefdesverdriet. Later maakte hij nog enkele andere versies van deze stenen omhelzing.
Ook de werkplaats met aambeelden, ovens en heel veel gereedschap is nauwgezet gereconstrueerd.
In gedachten zien we de pionier van de moderne beeldhouwkunst hier aan het werk. Weg van de traditionele kunst, steeds op zoek naar de essentie van de dingen. Grenzen verleggen, vormen vereenvoudigen tot een essentieel lijnenspel. Zijn nu zo herkenbare stijl wekte destijds regelmatig weerstand op; maar het leverde hem uiteindelijk de eretitel godfather van de moderne beeldhouwkunst op.
Voor het verlaten van het atelier doen we het altijd leuke spel: welk kunstwerk zou je mee naar huis willen nemen?
Voor mij wordt het de onderstaande beeldengroep – oneerbiedig de ‘elegante ‘menhirs’ gedoopt. Misschien zijn er zelfs wel mooie staande lampen van te maken, al is dat waarschijnlijk heiligschennis.
En als dat niet kan, dan is er vast wel iets te vinden in deze rommelkast met losse onderdelen.
Het is een kort maar enerverend bezoek, hier in het atelier. Jammer alleen dat we alles van achter glas moeten bekijken, al is dat ook wel begrijpelijk. Eén onoplettende zwaai van een toeristenrugzak kan hier zo maar het einde betekenen van meerdere onbetaalbare kunstwerken. Voordeel is wel weer dat het hier heerlijk rustig is, zonder de lange rijen die zich voor het aanpalende Centre Pompidou langs slingeren.
L’Atelier Brancusi
Place Georges-Pompidou, Paris
https://www.centrepompidou.fr/fr/collection/latelier-brancusi
Prachtig beschreven! Het is een oase in de drukte van Parijs. Menig toerist loopt er langs, op weg naar centre pompidou, zonder te weten wat voor een beeldschone kunst in dit attelier te bewonderen is.
Wat leuk dat je in het atelier kan kijken.
En dat spelletje ga ik onthouden.
Fijn voor jou om zo weer in Parijs te zijn en ik vind het fijn om mee te genieten.