Verscholen tussen nieuwbouwflats en rommelige industrieterreintjes in Amsterdam-Noord, ligt Atelier Volten. Hier, in het enige overblijfsel van ‘vergeten getto’ Asterdorp had beeldhouwer André Volten zijn atelier en woonhuis. We duiken in het werk van beeldhouwers André Volten en Herman van der Heide en het verhaal van Asterdorp, het dorp voor ‘ontoelaatbaren’.

De eerste etage, waar Volten en zijn gezin vroeger woonden, is nu een serieus Volten-universum. Overal en nergens staan kleine en grote werken en modellen. Van het model van het kunstwerk op de Minervalaan, tot de roestvrijstalen stoel die Prinses Beatrix kocht.

André Volten (1925-2002) volgde zowel een kunstopleiding als een opleiding tot lasser bij de NDSM-werf. Hij begon als schilder, maar ontwikkelde zich gaandeweg tot pionier van de geometrisch-abstracte beeldhouwkunst. Zijn materiaal was roestvrijstaal, maar ook graniet en cortenstaal. Hij hield zich intensief bezig met de rol van kunst in de openbare ruimte en behoort volgens kenners tot een van de grootste beeldhouwers van de 20e eeuw. We vinden zijn werk behalve in Amsterdam dan ook overal ter wereld.

Tot Voltens bewonderaars behoorden ook koningin Beatrix en prins Claus, die werk van hem aanschaften. Het zelfontworpen schaakmeubilair, waarop hij met Claus schaakte, staat er nog.


We dalen af naar de benedenetage, waar Volten vroeger zijn atelier had. Nu is het een ruimte voor tijdelijke exposities.

Hier zien we werk van autodidact Herman van der Heide (1917-1998), die net als Volten veel ontwierp voor de openbare ruimte.

Amsterdammers kennen Herman van der Heide onder andere van de brugleuning van de Hortusbrug.

En zeilers misschien van dit kunstwerk ‘zeilsport’.



Asterdorp, Amsterdam-Noord
Voorafgaand aan de rondleiding gaf Stephan Steinmetz een lezing over Asterdorp. Dit dorp voor ‘ontoelaatbaren’ werd in 1927 gebouwd om asociale gezinnen uit de stadse krottenwijken te heropvoeden. Bewoners werden streng gecontroleerd op hun huishouden, hygiëne en manieren. Om uiteindelijk ’toelaatbaar’ te worden voor normale gemeentewoningen. Wie hier woonde, gaf liever niet zijn adres op bij een sollicitatie of op school, want er kleefde een flink stigma aan de buurt.

Asterdorp zag er kaal en onherbergzaam uit. Het was niet de bedoeling dat het gezellig werd, bomen en planten waren er niet. Heropvoedingsproject Asterdorp was geen groot succes, er stond veel leeg. In de oorlog woonden er tijdelijk Rotterdammers die hun huis bij het bombardement hadden verloren. Later werd het een getto voor Joden uit Amsterdam en de rest van het land. Na de oorlog werd het dorp afgebroken.

Alleen het poortgebouw bleef gespaard van de sloopwerkzaamheden in de vijftiger jaren. Weliswaar werd André Volten regelmatig gemaand om te vertrekken, maar dat deed hij niet. Dankzij hem bestaat het poortgebouw nog altijd, nu als museum.

Ook buiten is Volten overal. In de tuin van het atelier. En op het op het gras achter het atelier ligt – als een heksenkring met graancirkel van terrazzo – Voltens Waterkunstwerk (1998) dat oorspronkelijk op het Mercatorplein stond.

‘Kunst, welke kunst dan ook, is autonoom’
André Volten over zijn kunst
Atelier Volten
Asterdwarsweg 10, Amsterdam-Noord
https://www.ateliervolten.nl #ateliervolten
